Het Hof van Beroep te Gent inzake de belastbare grondslag bij een vroegtijdige kapitaalvermindering volgend op de schenking van een familiale vennootschap HvB Gent
Indien men de vrijstelling van schenkbelasting volgend op de schenking van een familiale vennootschap onder het Vlaams fiscaal gunstregime voor de overdracht van familiale vennootschappen integraal wil behouden, mag het kapitaal gedurende drie jaar vanaf datum van de schenkingsakte niet dalen. (1)
Daalt het kapitaal toch binnen deze periode, dan voorziet het decreet dat er ‘evenredig’ schenkbelasting verschuldigd is. Maar wat is nu de belastbare grondslag van deze aanvullende belasting?
De belastingplichtige stelt dat de belastbare basis het (nominaal) bedrag van de kapitaalvermindering betreft. Het nominaal bedrag is dan een ‘deel’ van de belastbare basis die bestaat uit de verkoopwaarde van de aandelen, zodat er sprake is van een evenredigheid. Bijgevolg zal als volgt schenkbelasting verschuldigd zijn: 3% x kapitaalvermindering (€). De Vlaamse Belastingdienst stelt daarentegen dat de belastbare basis wordt berekend door de verhouding van de kapitaalvermindering ten aanzien van het kapitaal procentueel toe te passen op de waarde van de schenking, zodat schenkbelasting verschuldigd is overeenkomstig volgende formule: 3% (kapitaalvermindering (%) x waarde van de schenking (€)).
Het verschil in verschuldigde schenkbelasting is aanzienlijk.
Na heel wat tegenstrijdige vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Gent (2), spreekt nu ook het Hof van Beroep zich uit over deze materie. Het Hof van Beroep stelt dat:
- de tekst van het decreet onduidelijk is en ruimte laat voor de interpretatie van beide partijen;
- bijgevolg het doel en de geest van het decreet moeten worden nagegaan;
- het duidelijk de bedoeling van de decreetgever was om enkel het nominale bedrag van de kapitaalvermindering te belasten;
- deze interpretatie tevens aansluit bij hetgeen de Vlaamse Belastingdienst zelf heeft opgenomen in zijn Omzendbrief en verschillende voorafgaande beslissingen;
- de belastingplichtige op basis van het vertrouwensbeginsel dus rechtmatig kon verwachten dat enkel het nominaal bedrag van de kapitaalvermindering zou worden belast.
De Vlaamse Belastingdienst werd aldus in het ongelijk gesteld. De bijkomende schenkbelasting is verschuldigd op het nominaal bedrag van de kapitaalvermindering.
Het is momenteel nog niet duidelijk of de Vlaamse Belastingdienst cassatieberoep zal aantekenen.
(1) Inmiddels werd met betrekking tot kapitaalloze vennootschappen volgende bepaling aan artikel 2.8.6.0.7., §1, lid 3 VCF toegevoegd: ‘b) wanneer de familiale vennootschap een vennootschapsvorm heeft waarvoor het Belgische of buitenlandse recht dat de vennootschap beheerst, niet voorziet in het begrip kapitaal of een vergelijkbaar begrip: het eigen vermogen daalt niet gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking door uitkeringen of terugbetalingen tot onder het bedrag van de tot op de datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen, zoals dat blijkt uit de jaarrekening.’
(2) BEEKEN E. en DE KEUKELAERE O., Aanhoudende onduidelijkheid omtrent de fiscale gevolgen van een vroegtijdige vermindering van het kapitaal van een familiale vennootschap, Registratierechten, Nr. 2/2022.