- door Cazimir

Opnieuw een hervorming van de Vlaamse erfbelasting: wat moet u weten?

Nadat de Vlaamse erfbelasting recentelijk - meer bepaald sedert 1 september 2018 - werd gemoderniseerd en hervormd, stelt de Vlaamse regering opnieuw enkele wijzigingen voor aan de materie van de erf- en schenkbelasting.

Een eerste aanzet werd reeds gegeven in het regeerakkoord van De Vlaamse Regering 2019-2024 en de beleidsnota van minister Matthias Diependaele (lees meer). Vorige week werd op de ministerraad van 18 september 2020 het voorontwerp van decreet goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De verlenging van de risicoperiode, de begunstiging van non-profit organisaties en de invoering van een ‘vrienden erfenis’: hoe ver staan we?

  1. De verlenging van de risicoperiode
    Niet-geregistreerde schenkingen van roerende goederen worden belast in de erfbelasting indien de schenker overlijdt tijdens de risicoperiode van drie jaar na de schenking (voor familiale vennootschappen en ondernemingen zeven jaar, artikel 2.7.1.0.5 VCF). De Vlaamse Regering stelt voor om deze risicoperiode te verlengen van drie naar vier jaar teneinde mensen ertoe aan te zetten hun schenkingen te laten registreren en aldus schenkbelasting te betalen. Uiteraard zal, indien de kaasroute wordt gesloten, de impact van deze verstrenging beperkt blijven tot niet-notariële schenkingen (zoals de bank - en/of handgift). Vlaams minister Matthias Diependaele zou hebben verzekerd dat de verlenging van de risicoperiode zou worden ingetrokken indien de kaasroute federaal zou worden gesloten (lees meer).

Omwille van de historische parallel zullen ook de bedingen ten behoeve van een derde (artikel 2.7.1.0.6 VCF) die verkregen worden in een periode van vier (in plaats van drie) jaar getaxeerd worden in de erfbelasting. De Vlaamse Regering ziet geen reden om deze onrechtstreekse bevoordelingen niet gelijk te behandelen met rechtstreekse schenkingen. Het gaat hier bijvoorbeeld over een levensverzekering (type ABC) die tot uitkering komt door het overlijden van B, waarbij het begiftigingsinzicht uitging van A. Overlijdt A binnen een periode van drie (en binnenkort vier) jaar na de uitkering, dan zal de uitkering getaxeerd worden in de erfbelasting in de nalatenschap van A.

Ook het wettelijk vermoeden van eigendom wordt uitgebreid naar een periode van vier jaar (artikel 2.7.3.2.5 VCF). Roerende goederen worden (behoudens tegenbewijs) vermoed tot het vermogen van de erflater te behoren op voorwaarde dat dit blijkt uit akten die niet langer dan vier (in plaats van drie) jaar vóór het overlijden bestaan.

Een cruciale vraag: wat is het temporeel aanknopingspunt van deze verstrengingen? Er wordt voorzien dat de verlengde termijn van toepassing zal zijn op kosteloze beschikkingen of akten van eigendom die dagtekenen vanaf 1 juli 2020. Merkwaardig, maar waarschijnlijk berustend op een materiële vergissing, spreken de artikelen van het voorontwerp van decreet elkaar tegen (artikelen 2 en 3 vs. artikel 11). Zo zou uitdrukkelijk in de fictiebepalingen van artikelen 2.7.1.0.5 en 2.7.1.0.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit worden ingeschreven dat de termijn van vier jaar wordt teruggebracht naar drie jaar voor kosteloze beschikkingen die dagtekenen van voor 1 januari 2021 (in plaats van 1 juli 2021). Uiteraard zal dit nog moeten worden rechtgezet.

  1. De begunstiging van non-profit organisaties
    Het deed al even de ronde: “de afschaffing van het (omgekeerd) duolegaat”. Maar wat voorziet de hervorming van de erfbelasting nu concreet? (Wil u meer weten over het duolegaat, dan kan u hier verder lezen.)

De Vlaamse Regering beoogt het zuiver altruïstisch karakter te herstellen door het fiscale planningselement uit de techniek van het (omgekeerd) duolegaat te halen. Dit betracht zij te bereiken door een nieuw artikel in te voegen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (meer bepaald artikel 2.7.3.2.15) dat bepaalt dat het bedrag dat het goede doel verkrijgt om de erfbelasting van andere erfgenamen, legatarissen of begiftigden te betalen, geen deel uitmaakt van de belastbare grondslag van het goede doel, maar wel van de belastbare grondslag van de andere erfgenamen, legatarissen of begiftigden betrokken bij het (omgekeerd) duolegaat.

De Vlaamse Regering voorziet deze nieuwe bepaling toe te passen op nalatenschappen opengevallen vanaf 1 juli 2021, ongeacht de datum van het testament. Veel bestaande (omgekeerde) duolegaten zullen hierdoor geen voordeel meer opleveren voor het goede doel (in de meest extreme gevallen is het zelfs mogelijk dat het goede doel nog een opleg zou moeten betalen), zodat het goede doel wellicht het legaat zal verwerpen. Het zal dus van groot belang zijn om de bestaande (omgekeerde) duolegaten te herbekijken en waar mogelijk bij te schaven.

Ter compensatie voor het eventuele verlies aan inkomsten voor de goede doelen, wordt het tarief in de erf- en schenkbelasting voor goede doelen herleidt naar 0%. Opgelet, legaten en schenkingen aan ziekenfondsen, landsbonden van ziekenfondsen, beroepsverenigingen en private stichtingen blijven onderworpen aan de bestaande tarieven van 8,5% erfbelasting en 5,5% schenkbelasting. De nieuwe tarieven zijn van toepassing op overlijdens en schenkingen die plaatsvinden vanaf 1 juli 2021.

  1. De invoering van een ‘vrienden erfenis’
    Naar aanleiding van de hervorming van het erfrecht heeft men een grotere beschikkingsvrijheid over zijn nalatenschap. Burgerrechtelijk heeft men reeds de mogelijkheid om een goede vriend, buur of ver familielid te bevoordelen, doch tot op vandaag bleven zij onderworpen aan een zwaarder regime in de erfbelasting (met tarieven van 25% tot 55%). De Vlaamse Regering voorziet nu dat een beperkt gedeelte kan worden nagelaten aan één of meerdere goede vrienden of verdere familieleden onder het meest gunstige tarief dat geldt tussen partners en in rechte lijn (tarieven van 3% tot 27%).

Volgende spelregels zullen evenwel in acht moeten worden genomen.

  • Het voordeel is beperkt tot natuurlijke personen.
  • Het voordeel van een ‘vrienden erfenis’ kan enkel genoten worden indien deze personen werden aangeduid in een authentiek testament en de toepassing van de ‘vrienden erfenis’ uitdrukkelijk werd aangegeven. Men kan zich hierbij de vraag stellen waarom een zelfde legaat vervat in een eigenhandig of internationaal testament, niet van deze belastingvermindering zal kunnen genieten.
  • De vermindering bedraagt hoogstens 3.300,00 euro, aangezien slechts een nettoverkrijging van 15.000,00 euro onderworpen wordt aan een tarief van 3% (in vergelijking met een tarief van 25%).
  • De vermindering wordt (behoudens een testamentair andersluidende bepaling) pro rata toegekend indien meerdere natuurlijke personen werden aangeduid voor de vriendenerfenis.
  • De vermindering is beperkt tot de verschuldigde erfbelasting.
  • De vermindering wordt toegepast nadat alle andere gunstmaatregelen werden toegekend.
  • Tot slot zal in de aangifte van nalatenschap melding moeten worden gemaakt van de vermindering.

Deze nieuwe belastingvermindering zal worden toegepast op nalatenschappen die openvallen vanaf 1 juli 2021.

Concreet
Worden deze voorgestelde wijzigingen in de erfbelasting aangenomen, zullen deze ontegensprekelijk tot gevolg hebben dat men zijn bestaand testament moet herbekijken. Heeft uw testament nog de gewenste gevolgen? Wilt u iemand laten genieten van een ‘vrienden erfenis’? Een gouden raad: haal uw testament van onder het stof!