- door Magnolis

Vijf kernvragen rond bedrijfsopvolging: Hoe kan ik ervoor zorgen dat het familiebedrijf, na de schenking, binnen de familie behouden blijft?

2. Hoe kan ik ervoor zorgen dat het familiebedrijf, na de schenking, binnen de familie behouden blijft?

Dikwijls wordt er gevreesd voor een sterke inmenging van de echtgeno(o)t(e) van het kind-bedrijfsopvolger, die de aandelen van het familiebedrijf geschonken krijgt. Wat in geval van echtscheiding? Op juridisch vlak, blijven goederen die men via schenking verkrijgt evenwel in principe eigen, ongeacht het huwelijksvermogensstelsel waarvoor men kiest. Desondanks, kan de begiftigde zelf beslissen om de geschonken aandelen in te brengen in het gemeenschappelijk vermogen of een andere vermogensrechtelijke regeling tussen echtgenoten. Hierdoor komen de geschonken goederen bij een eventuele echtscheiding in principe voor de helft toe aan de ex-echtgeno(o)t(e). Dit kan worden vermeden als de schenker een verbod opneemt in de schenkingsakte voor de begiftigde om geschonken aandelen in te brengen in het gemeenschappelijk vermogen of in een andere gelijkaardige vermogensrechtelijke regeling tussen partners (uitsluitingsclausule in de schenkingsakte).

Verder dient er rekening te worden gehouden met het wettelijk erfrecht van de langstlevende echtgeno(o)t(e). Eventueel kan er een beding van fideïcommis de residuo worden gekoppeld aan de schenking. Bij een schenking met fideïcommis de residuo schenkt de schenker in eerste instantie de familiale aandelen aan een eerste begunstigde, het kind-bedrijfsopvolger, en schenkt de schenker op datzelfde moment ook al wat van deze goederen zal overblijven (het “residuo”) bij het overlijden van de eerste begunstigde, het kind-bedrijfsopvolger, aan een tweede begunstigde, bijvoorbeeld broer/zus, kleinkinderen of een private stichting. Een beding van fideïcommis de residuo betekent dat bij het overlijden van een begiftigde, wat overblijft van de hem/haar geschonken goederen rechtstreeks zal toekomen aan de tweede begiftigde.

Naast een civiel voordeel (behoud van de goederen in de familie) heeft een fideïcommis de residuo ook gunstige fiscale gevolgen. Bij kinderloos overlijden van één van de kinderen of kleinkinderen vererven de familiale aandelen immers niet overeenkomstig de wet aan bijvoorbeeld de broer/zus (of diens afstammelingen), hetgeen belast zou worden aan maximaal 65% erfbelasting in Vlaanderen. Deze broer/zus (of diens afstammelingen) verkrijgt de goederen via de uitwerking van het beding van fideïcommis de residuo en dus bij schenking rechtstreeks van de schenker. Hetgeen belast wordt aan het verschuldigde tarief schenkbelasting dat van toepassing zou zijn tussen de schenker en de tweede begunstigde. Indien werd geschonken overeenkomstig het gunstregime voor familiebedrijven, komen de familiale aandelen tevens aan de tweede begunstigde toe aan 0% schenkbelasting.

Er dient wel te worden gewezen op het (voor kritiek vatbare) VLABEL standpunt nr. 17029. In dit standpunt stelt VLABEL dat het gunstregime van 0% enkel van toepassing is bij de uitwerking van het beding van fideicommis de residuo, indien op dat moment nog steeds is voldaan aan de voorwaarden om te kunnen schenken overeenkomstig het gunstregime voor familiebedrijven. Deze interpretatie brengt met zich mee dat schenkingen waarbij een beding van fideicommis de residuo werd opgenomen, voortaan niet langer tot de toepassing van het gunsttarief aanleiding geven wanneer bij de vervulling van de voorwaarde (dus het overlijden van de eerste begiftigde) niet langer voldaan is aan de voorwaarden om te kwalificeren als een familiebedrijf.

Zie ook:

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door verder te surfen, stemt u in met ons cookie-beleid. Meer info